Merkwaardige macro mineralen

een informatieve rubriek met handstukken uit de collectie van Raymond Dedeyne, door hemzelf becommentarieerd en door Theo Muller van foto’s voorzien  -  voor vragen of suggesties, email mmm@minerant.org
 

Sainte-Marie-aux-Mines 2023: niettegenstaande alles tóch weer goed – DEEL 1


Ik ben – behoudens mineralengek – ook nog eens tuinfanaat, en dat verklaart waarom mijn agenda nogal gestuurd wordt door botanische fenomenen. Zo komt het dat ik elk jaar - wanneer de hydrangea’s beginnen te kleuren en de eerste bloemknoppen van de agapanthus openbarsten – weet dat het hoog tijd wordt om mij weer zuidoostwaarts te begeven, een kleine 500 km verder, naar Sainte-Marie-aux-Mines (kortweg SMAM zal voor ingewijden volstaan), om daar deel te nemen aan de jaarlijkse mineralenbeurs – ’s werelds derde grootste.

SMAM 2022 was - na een gedwongen Covid-stilstand van twee jaar - een aarzelende heropstart, met zijn eigen specifieke problemen: weinig nieuwigheden, hoge prijzen, lage kwaliteit en het nagenoeg totaal ontbreken van een Chinees aanbod. Voor de nieuwe editie van dit jaar – de achtenvijftigste! – heb ik dan ook significante verbetering verwacht, maar na een halve beursdag blijkt dat al snel ijdele hoop te zijn. Echte noviteiten zijn ver te zoeken en - als ze er al zijn! - onverantwoord duur: de prijzen nemen van langs om meer Amerikaanse allures aan – als dat zo verder evolueert ziet de toekomst van de globale verzamelaar er niet bepaald rooskleurig uit. Zelfs de nieuwe introducties van enkele jaren terug – zoals “mangokwarts” en ijzeren kruis pyriettweelingen uit Colombia – blijven zeldzaam en bijgevolg (veel te) hoog geprijsd: ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat hun aanbod stelselmatig en opzettelijk laag wordt gehouden. De gemiddelde kwaliteit van het aangebodene gaat ook zienderogen achteruit: ik schat dat minstens twee derde van de standhouders het voornamelijk moeten hebben van goedkope geslepen en getumbelde toestanden en van minerale specimens, nauwelijks die naam waardig. Je staat gewoonweg versteld van het aantal dozen en flats dat hier onafgebroken van hand tot hand gaat – je vraagt je af hoe en waar die allemaal aan de uiteindelijke man worden gebracht. De Chinezen hebben wel hun rentree gemaakt, maar dan wel nagenoeg uitsluitend met materiaal uit de oude doos, van een meer dan bedenkelijke kwaliteit.

image
Nautilus Gent zendt zijn zonen (Frank Gelaude en Bert Verschuren) uit: duidelijk nog maar pas aangekomen – het lachen vergaat ze wel zodra ze de prijzen gezien hebben


Toegegeven: allemaal knelpunten waaraan de SMAM organisatie zelf weinig kan verhelpen – maar daarnaast zijn er ook probleemgebieden waar ze wél degelijk het initiatief zou moeten nemen, en daar is het stijgend gebrek aan bezoekersparkeerplaatsen niet het minste van. Twee belangrijke parkings van vorige jaren zijn niet meer beschikbaar – eentje gewoonweg opgedoekt en de andere enkel nog toegankelijk voor exposanten – en dat wordt slechts met mondjesmaat gecompenseerd door enkele veel te klein uitgevallen vervangingen die op té grote afstand van het beursterrein liggen. De belangrijkste parkeerplaats is praktisch gezien enkel met een speciale pendeldienst bereikbaar, maar die wordt met de Franse slag uitgebaat. Dat alles betekent dat – wil je als bezoeker een redelijke kans hebben om je wagen binnen wandelafstand van de beurs kwijt te raken – je het beste voor 8 uur ‘s morgens kunt present geven. De resterende wachttijd tot het openingsuur zie je dan zelf maar vol te maken, want vóór 9 uur kom je er als bezoeker niet in.

image
Nog een bekend gezicht: aan de stand van Crystal Classics had ik gehoopt op een foto van Diana Bruce, maar ik moest het helaas met Tom Costes stellen


Behoorlijk irritant is ook het gedrag van bepaalde eigengereide bezoekers, en het wordt hoog tijd dat de beursorganisatie daar paal en perk aan stelt. Het gebruik van trolleys en soortgelijke kleinere vervoermiddelen kan dan wel onvermijdelijk zijn om aankopen éénmalig af te voeren, maar dat is geen vrijbrief om gedurende de godganse beurs een heuse bolderkar achter je aan te sleuren – vooral niet in de krappe gangen van de zalen VE1 en VE2. En waarom je perse je hond(en) moet meebrengen om mineralen te kijken en/of te kopen snap ik evenmin – vooral niet als dat levensgrote, onopgevoede beesten zijn die in volle zaal met elkaar in de clinch gaan.

image
SMAM is ook een fossielenbeurs: zie maar wat er allemaal los op straat rondloopt!


image
Nog meer voorhistorische beestjes, maar dan toch al een stuk minder gevaarlijk


Een en ander betekent dat ik mijn eerste beursdag dan ook nogal in mineur afsluit. Maar eigenlijk is dat niets nieuw: normaliter wordt die voornamelijk gespendeerd aan het zo snel mogelijk scannen van het aanbod, zonder dat daarbij tijd overblijft om in detail te gaan – en na jaren verzamelen en ettelijke SMAM beurzen is dat laatste net hoé ik aan mijn mineralogische trekken moet zien te komen. En ziet hoe rijk het leven is, zoals Wim Sonneveld het lang geleden al zong: de volgende dagen vind ik onverhoopt toch weer mijn gading, al moet ik daarvoor heel intens zoeken, met inzet van alle doorheen de jaren opgebouwde kennis en ervaring. Om echt interessante koopjes te vinden moet je hier nu eenmaal diep graven – maar is dat niet wat de jacht op mineralen er toch zoveel spannender en lonender op maakt?

Laten we maar eens kijken welk lekkers ik zoal gevonden heb. Uiteraard kan wat volgt onmogelijk een volledig idee geven – mijn bedoeling is dan ook enkel een algemeen sfeerbeeld te schetsen en enkele hoogtepunten weer te geven. Op hoop van zegen dus – los gehen wir!

image
Andrea Znojomski met rhodochrosiet uit Uskatyn N°3 deposit in Kazakhstan


Totaal onverwacht en “very long time no see”: botryoïdale rhodochrosiet van de Ushkatyn N°3 deposit nabij Zajrem in Centraal Kazakhstan. Het voorkomen - een kloof van amper enkele meter - werd ontdekt in het midden van de negentiger jaren en leverde toen éénmalig slechts een zeer beperkt aantal specimens op. Ze worden aangeboden door Andrea Znojomski die ze in 1995 ter plaatse verzamelde, een opmerkenswaardig exploot voor die tijd. Niet zonder enige trots poseert ze naast twee foto’s van specimens uit haar persoonlijke verzameling, door Peter Kolesar genomen voor zijn onovertroffen “Zarenschätze” (Bode Verlag, 2006). De stukken zijn wel aan wat opfrissing toe en bovendien behoorlijk duur, maar toch is dit iets waarvan echte rhodochrosietfanaten spontaan gaan kwijlen.

image
Jurij Zupanc met corundum var. robijn uit Sivec, Prilep, Noord Macedonia


Corundum var. robijn uit de Sivec marmergroeven, nabij Prilep in het nieuwbakken land Noord Macedonia werd voor het eerst opgemerkt in 1925 maar is al die tijd slechts met mondjesmaat beschikbaar geweest. De groeve produceert een spierwitte dolomietmarmer en was al bekend in 500 BC – ze beleefde een eerste hoogtepunt in de Romeinse Tijd. De uitbating is momenteel in handen van Turken die het mineralen verzamelen absoluut niet genegen zijn, maar toch wist Jurij Zupanc recent een nieuw lot te bemachtigen: opvallend rozerode specimens waarvan de beste een opmerkelijke hexagonale habitus vertonen. Ook de dieprode fluorescentie is opvallend – sommige bevatten ook nog groene pargasiet. De prijs is niet gering: aan 2 Euro per gram kom je al snel aan een stukprijs van enkele honderden Euro’s en bovendien zijn ze niet eens van slijpkwaliteit – maar anderzijds zijn dit dan weer echte Europese iconen.

Vers van de pers zijn de specimens haarvormige boulangeriet van Trepca die je bij Enis Hajdini uit Mitrovica, Kosovo vindt: ze zagen pas drie weken geleden het daglicht. Deze variëteit wordt nogal eens met de naam plumosiet aangeduid (D: Federerz), maar dat is verre van eenduidig, aangezien daar evengoed jamesoniet, zinkeniet, cosaliet als dadsoniet mee bedoeld kan worden. Het zijn centimeterdikke, blauwgrijze viltige massa’s, opgebouwd uit haarfijne naalden die je zelfs al bij het minste zuchtje wind ziet trillen. In verzamelingen zijn dergelijke specimens enkel een lang leven beschoren mits ze bewaard worden in stevige plastic boxen die ze beschermen tegen stof en ongewenste aanrakingen door al te nieuwsgierige vingers.

image
Boulangeriet uit Trepca, Kosovo – 120x100 mm


Pyrolusiet van Gremmelsbach in het hartje van het Duitse Zwarte Woud is op SMAM beurzen in het verleden al regelmatig aangeboden geweest in verschillende kwaliteiten en afmetingen, maar het materiaal dat Erik Wagner in 2021-2022 ontdekte is waarschijnlijk het beste wat deze vindplaats ooit voortbracht. De sterk glanzende waaiers van radiaalstralige kristallen tot meer dan 10 cm lengte springen onmiddellijk in het oog. Strikt gezien gaat het hier om gedeeltelijke pseudomorfosen van pyrolusiet na manganiet, waarbij het aandeel aan manganiet dikwijls nog de overhand heeft. Erik vertelt met veel enthousiasme hoe hij een nieuwe ader ontdekte, op nauwelijks enkele meter van de oude mijningang. Als ik hem vraag of zijn verhaal in de nabije toekomst nog in een of ander mineralentijdschrift komt antwoord hij ontkennend: blijkbaar is een en ander niet zo heel koosjer verlopen. Leg anders maar eens uit hoe je in het Duitsland van vandaag als amateur-mineralenzoeker aan een vergunning komt om een nieuwe weg aan te leggen én aan de nodige springstof om dat karwei bij nacht en ontij ook nog te klaren.

image
Pyrolusiet van Gremmelsbach, Schwarzwald – 160x85 mm


image
Gogottes van Irhoud, Marokko – 75 tot 105 mm


In SMAM zijn regelmatig “gogottes” van het Franse Fontainebleau te zien: bizarre, spierwitte concreties van siliciumdioxide die werden gevormd toen kleine zandkorreltjes aaneen gekit werden door in oververhit water opgeloste silica – meer hierover volgt in een binnenkort te verschijnen MMM over dit onderwerp. Weinigen weten echter dat ze ook gevonden worden in zandlagen in de buurt van het Marokkaanse Irhoud. Jean-Michel Crochet van France Minéral ging ze zelf opgraven: bizarre maar honderd % natuurlijke sculpturen, die met hun 5 tot 10 cm beduidend minder plaats innemen en stukken goedkoper zijn dan hun grotere en peperdure broers van Fontainebleau.

image
Bariet met rijstkorrel-habitus van Chaillac – 190x100 mm


Het Franse Chaillac , nabij Limoges, is bij verzamelaars vooral bekend om zijn pyromorfiet, maar commercieel werd er vooral bariet en fluoriet ontgonnen. In de groeve van Les Redoutières werd een typische rode barietkristallisatie gevonden, gekenmerkt door een prismatische habitus met volledig vlakke beëindiging die er van boven af net uitzag als rijstkorrels – de zogenaamde “grain de riz” habitus. Slechts weinig specimens daarvan zijn bewaard gebleven, maar Georges Godard van Pyrobar 71 biedt er nog enkele aan uit zijn eigen verzameling.

image
Geelgroene botryoïdale smithsoniet van Wenshan, Yunnan, China – 135x110 mm


Zoals hierboven al vermeld is op het Chinese front weinig nieuws te rapen. Wat het handvol handelaars dat hun weg naar SMAM terugvond, meebracht is niet veel soeps: voornamelijk oude specimens van lamentabele kwaliteit, die er uit zien alsof ze in vaten van China tot hier gerold zijn. Toch kunnen beginnende en occasioneel zelfs meer geroutineerde verzamelaars hier nog een en ander naar hun gading vinden om een China-collectie op te starten of te vervolledigen: zo schaf ik mij nog een pistachegroene andradiet en een pokerchip-calciet van Huanggang aan, naast een beige plumbogummiet (normaal blauw!) van Laohu. Vergeet daarbij vooral niet te onderhandelen: ik durf hier gerust mijn openingsbod tot 30% van de vraagprijs te limiteren en vaak lukt dat ook nog! Mijn beste ontdekking is echter een (cadmiumhoudende) geelgroene botryoïdale smithsoniet van Wenshan – die ook nog eens rood fluoresceert bij LW/UV - de enige acceptabele uit een partij specimens die er zo belabberd uitzien dat ik ze twee dagen lang geen blik gunde.

 
alfabetische index