Merkwaardige macro mineralen

een informatieve rubriek met handstukken uit de collectie van Raymond Dedeyne, door hemzelf becommentarieerd en door Theo Muller van foto’s voorzien  -  voor vragen of suggesties, email mmm@minerant.org
 

Magnesiet

Brumado, Bahia, Brazilië


Foto 1: magnesiet, Brumado



Foto 2: groene uviet op magnesiet, Brumado



Foto 3: roodbruine uviet op magnesiet, Brumado




Magnesiet, calciet en de tussenvorm dolomiet [chemische formules respectievelijk MgCO3, CaCO3 en CaMg(CO3)2] hebben nogal wat chemische en kristallografische gelijkenissen maar tegelijkertijd vertonen ze ook enkele treffende verschillen. Zo komen de twee laatstgenoemde zeer frequent en zowat over de hele wereld verspreid voor terwijl magnesiet eerder zeldzaam is en zijn vindplaatsen van enige economische betekenis schaars zijn. Een van de belangrijkste daarvan is de afzetting in de omgeving van Brumado (historische naam Bom Jesus dos Meiras – een naam die je nog wel eens vindt op heel oude specimenlabels) in het zuiden van de staat Bahia in het Noordoosten van Brazilië.

Een eerste schuchtere mijnactiviteit voor die regio wordt geregistreerd rond 1912 wanneer een lokale inwoner er gedurende korte tijd itabiriet – een gebande formatie van hematiet en magnetiet tussen lagen grofkorrelige kwarts – ontgint en smelt. Kort daarna wordt er smaragd gevonden, maar nooit in grote hoeveelheden. In 1925 onderneemt Evan Just – geoloog voor de United States Geological Survey – er na een rit van zowat 400 km door nauwelijks toegankelijk gebied op de rug van een muilezel, een geologische studie en vindt er inderdaad smaragd maar ook magnesiet in de Serra das Eguas, een gebergte in de onmiddellijke omgeving van het huidige Brumado. Hij publiceert zijn bevindingen in 1926 … waarop die prompt weer vergeten worden.

Dan is tot in 1939 wachten op een Fransman, later tot Braziliaan genaturaliseerd: de avonturier Georges Louis Minvielle. Die leest – notabene op het strand van Copacabana – een artikel in het aeronautisch tijdschrift “Les Ailes”, waarin wordt geopperd dat het lichtmetaal magnesium in de nabije toekomst wel eens van groot strategisch belang zou kunnen worden bij de bouw van gevechtsvliegtuigen (we staan op de rand van een nakend wereldconflict!). Hij overtuigt zijn vriend Pierre Cahen om op zoek te gaan naar een magnesietafzetting (de grondstof voor magnesium). Via Simplicio Jacques Moraes – een scheikundige in dienst van het Departamento Nacional da Producao Mineral (DNPM) – komen ze in het bezit van een flesje met een wit poeder dat werd aangeleverd door een lokale landbouwer uit het zuiden van Bahia en dat na analyse magnesiet blijkt te zijn. Geen van beiden hebben ze enige geologische kwalificaties, maar gewapend met dat flesje zetten de zoektocht in, richting Zuid Bahia: je vindt nog eerder de spreekwoordelijke naald in de hooiberg. Na heel wat omzwervingen op grotendeels denkbeeldige wegen en evenzoveel ontberingen en ontgoochelingen komen ze eindelijk in contact met een garimpeiro (goudzoeker) die smaragd heeft gevonden. Die bevestigt dat de inhoud van het flesje er net uit ziet als poeder van de stenen in de claim die hij heeft afgebakend, in de Serra das Eguas nabij Bom Jesus dos Meiras. Op dit punt zou je je natuurlijk kunnen afvragen in hoeverre diverse witte poeders er fundamenteel verschillend kunnen uit zien - maar vastbesloten als ze zijn, krijgen ze zes weken later uiteindelijk dan toch een monster van het gesteente in kwestie te pakken dat na analyse door een plaatselijke apotheker effectief magnesiet blijkt te zijn. Ze huren een oude Ford model 1929, laden die vol brandstof, levensmiddelen en water en met een ingehuurde chauffeur/mecanicien gaat het richting Serra das Eguas: iedereen verklaart hen gek, want de weg is lang en gevaarlijk doorheen een gebied dat toen nog nauwelijks bekend was. Maar uiteindelijk bereiken ze toch hun doel en de monsters die ze ter plaatse nemen blijken na analyse door het DNPM effectief het zo lang gezochte magnesiet te zijn: de vindplaats van Evan Just is herontdekt!

Voor Minvieille en Cahen begint de tijd nu wel te dringen: ze dienen een aanvraag in voor een concessie ter grootte van 25 000 hectaren in de Serra das Eguas en ze richten een maatschappij op voor het exploiteren daarvan: Magnesita Ltda. Samen kunnen ze echter onmogelijk het benodigde kapitaal daarvoor opbrengen. Ze nemen contact op met Louis Ensch, president van de Companhia Siderurgica Belgo-Mineira, toentertijd de enige (vrij kleine) staalproducent in Brazilië. Ensch ziet hun idee om magnesiummetaal te produceren niet zo zitten, maar hij ziet wel een ander meer realistisch alternatief voor het magnesiet: de productie van vuurvaste bekleding voor ijzer- en staalovens. De basis daarvan is magnesiumoxide (MgO) dat uit calcinatie van magnesiet (MgCO3) wordt verkregen – ongeveer zoals ongebluste kalk (CaO) uit kalksteen (CaCO3) wordt bereid bij de cementproductie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, zonder enige invoer uit het buitenland, is dergelijk hittebestendig materiaal in Brazilië zo goed als niet meer te verkrijgen en dat maakt een verdere ontwikkeling van de Braziliaanse ijzer- en staalindustrie zo goed als onmogelijk. Via Ensch wordt contact opgenomen met de Banco de Minas Gerais: die zijn alvast laaiend enthousiast over het idee en de Magnesita S.A. wordt opgericht, mét participatie van de staat Bahia én MinVielle en Cahen als leden van de Raad van Bestuur.

De eerste jaren zijn moeilijk, niet op zijn minst door de onbereikbaarheid van de afzetting. Maar eens die ontsloten is kan de eigenlijke ontginning laat in de 40’er jaren van start gaan. In 1978 worden er dagelijks al 6 000 ton magnesiet gedolven dat in twee installaties wordt gecalcineerd. De reserves worden geschat op 300 000 000 ton en behoren daarmee tot de grootste ter wereld. . En bovendien wordt er ook nog eens talk van zeer goede kwaliteit ontdekt. Er worden meerdere openluchtgroeven ontsloten en in 1983 strekt de grootste daarvan (Pedra Preta) zich al uit over een oppervlakte van 550 op 700 meter, bij een diepte van 200 meter. De jaarlijkse productie bedraagt dan 1,2 miljoen ton hoogzuivere magnesiet en 2 000 ton talk. In 2012 wordt na enkele fusies de RHI Magnesita gevormd, een wereldleider op het gebied van hittebestendige keramische producten, met 12 000 werknemers wereldwijd en een jaarlijkse productie van 3 miljoen ton refractaire fabricaten. Momenteel worden de gecombineerde groeven in de Serra das Eguas beschouwd als de derde grootste ertswinning in openlucht ter wereld. En dat alles startte in 1939 met één goed idee op het strand van Copacabana en de onwrikbare vastberadenheid om dat ook in werkelijkheid om te zetten …

Magnesiet van Brumado komt voornamelijk voor als massief erts met een saccharoïdale (suikerkorrel-achtige) structuur. De kleur varieert van sneeuwwit over crème, lichtgrijs, gelig, oranje, kastanje, roze, donkerrood tot purper. Kristallen worden gevormd in holtes en spleten in de massieve ertsbedden en zijn eerder zeldzaam: voor verzamelaars zijn ze altijd slechts beperkt beschikbaar geweest en meestal kwamen ze in golven op de markt, vooral in het begin van de 90’er jaren. Het zijn nagenoeg altijd clusters van hoogst euhedrische, romboëdrische kristallen. Afmetingen van 3 tot 15 cm individueel zijn helemaal niet uitzonderlijk, met uitschieters tot 30 cm: ze gelden als de beste wereldwijd voor magnesiet. Ze variëren van volledig transparant tot opaak en in de zuiverste vorm vertonen ze dubbelbreking, net zoals bij heel zuivere calciet. Buiten magnesiet worden er in de groeven ook nog euhedrische kristallen gevonden van gele, groene, rode en bruine uviet (een magnesiumhoudende toermalijn) van slijpkwaliteit, talk, dolomiet (ook al romboëdrisch), hematiet, licht oranje tot lila topaas, kwarts (inclusief Japanse tweelingen), novacekiet (de beste ter wereld!), zeuneriet (ook al de beste ter wereld!), sellaiet (weeral de beste ter wereld – het begint vervelend te worden!) en nog veel meer: al bij al een buitengewone minerale paragenese.

Het specimen van de foto (135 x 100 x 70 mm) heb ik van wijlen Luiz Menezes op de beurs van Sainte Marie 2011. Het is een cluster van wit- tot kleurloze, half doorzichtige/half opake, uitermate euhedrische romboëders tot 3 cm individueel. De fluorescentie is variabel: sterk rood onder lange golf, géén onder middengolf en zwak rood onder korte golf. Als rechtgeaarde verzamelaar wil je - met de wetenschap dat in Brumado ook romboëdrische dolomiet voorkomt - bij een dergelijk specimen uiteraard nagaan of de determinatie wel klopt. Dat kan vrij eenvoudig met de verdunde HCl-test: de gasontwikkeling voor calciet is hevig, voor dolomiet traag (hier en daar een belletje) en magnesiet reageert helemaal niet (tenzij je verwarmt tot tegen het kookpunt en dan is het nog maar de vraag of wat je waarneemt niet de eerste kookverschijnselen zijn). Een kleine korrel dolomiet is zo na enkele dagen al volledig verdwenen terwijl een stukje magnesiet onveranderd achterblijft. Toch verdient het aanbeveling de test met magnesiet side-by-side uit te voeren op een onverdacht dolomietmonster, teneinde duidelijk het reactieverschil tussen de twee te kunnen vergelijken. De inertie van magnesiet ten opzichte van koud zuur is te wijten aan het kleinere magnesium-ion dat de carbonaatgroep elektrostatisch veel sterker vasthoudt dan dit voor calcium het geval is. Het specimen in kwestie vertoonde helemaal geen reactie (van een deskundige en eerlijke verkoper als Luis Menezes had ik niets anders verwacht) maar als gepatenteerde twijfelaar heb ik uiteindelijk ook nog eens een externe analyse laten uitvoeren. En jawel: zowel Raman als SEM/EDX wezen éénduidig dezelfde richting uit – de laatstgenoemde techniek kon zelfs geen spoor calcium aanwijzen, wat op hoogzuivere magnesiet duidt, volledig in lijn met de Brumado oorsprong.

Magnesiet uit Brumado vind je in verzamelingen niet alleen als euhedrische kristalclusters zoals in foto 1: bij andere specimens fungeert het dan weer als een sneeuwwitte matrix voor andere mineraalsoorten. Bij de foto’s 2 en 3 zijn dat respectievelijk groene uviet tot 12 mm (op een suikerkorrelvormige matrix) en een zwerm van kleine roodbruine uvietkristallen op magnesietromboëdertjes tot 8 mm.

 
alfabetische index