Merkwaardige macro mineralen

een informatieve rubriek met handstukken uit de collectie van Raymond Dedeyne, door hemzelf becommentarieerd en door Theo Muller van foto’s voorzien  -  voor vragen of suggesties, email mmm@minerant.org
 

Kwarts var. amethist

Piedra Parada, Tatatila Municipality, Veracruz, Mexico


foto 1


foto 2


Kwarts var. amethist (hierna gemakshalve kortweg “amethist”) is al sinds duizenden jaren een geliefde, zeldzame en dure edelsteen die al bekend was bij de Oude Egyptenaren. Ondertussen moet het predicaat “zeldzaam” daarbij wel enigszins bijgesteld worden, want sinds de oudheid zijn er heel wat nieuwe vindplaatsen van ontdekt – met als absolute uitschieter de uitgestrekte basaltvelden in het zuiden van Brazilië (Rio Grande do Sul) en het noorden van Uruguay (Artigas). Maar het voorkomen rond Piedra Parada in Mexico is toch wel een van mijn persoonlijke favorieten.

Rond de exacte vindplaats is hier wel een en ander te doen geweest. Piedra Parada (letterlijk: “staande rots”) is een kleine nederzetting op zowat 15 km ten noorden van de gemeente Las Vigas, in de Mexicaanse staat Veracruz. Las Vigas zelf situeert zich op 30 km NW van Jalapa, de hoofdstad van Veracruz of in vogelvlucht zowat 80 km ten westen van de Golf van Mexico. Het is een oud stadje, gesticht in de zestiende eeuw, toentertijd in de buurt van een eenvoudige brug over een lokale rivier die enkel bestond uit wat houten dwarsliggers; in het Spaans: las vigas - vandaar de naam.

De eigenlijke vindplaats is een gebied van enkele vierkante kilometer wildernis met talrijke kleine ontginningen – van een echte mijn kun je hier niet spreken – net ten noorden van Piedra Parada. Dit laatste valt bestuurlijk gezien wel onder de gemeente Tatatila maar het ligt niet zover van de grens met de aanpalende gemeente Las Vigas. Specimens van de lokale amethist zijn nagenoeg nooit terug te brengen tot een specifieke ontginning en kunnen bijgevolg zowel uit de ene als de andere gemeente afkomstig zijn. Voeg daar nog aan toe dat Las Vigas ook nog enkele naamsveranderingen heeft ondergaan - van kortweg Las Vigas, over Profesor Rafael Ramirez (een of andere geleerde die er geboren is) naar het hedendaagse Las Vigas de Ramirez – en je hebt de ingrediënten voor een regelrechte cocktail van vindplaatsen. Tatatila, Las Vigas, Las Vigas de Ramirez: ze hebben allemaal wel een kern van waarheid en ze zijn dan ook alle aanvaardbaar – zolang “Piedra Parada” er maar een essentieel onderdeel van uitmaakt.

De amethist van Piedra Parada duikt voor het eerst op in 1964 wanneer de Mexicaans Joaquin Ontiveros, een mineralen- en edelsteenhandelaar uit Queretaro, 150 km NW van Mexico City, enkele opmerkelijke specimens aangeboden krijgt van een man die beweert dat ze uit de afgelegen, beboste heuvels boven Las Vigas afkomstig zijn. Het duurt echter nog tot 1970 eer een van de zonen Ontiveros (Alfonso – ze waren met zijn drieën, allemaal actief in de mineralenbusiness) ter plaatse poolshoogte gaat nemen. Las Vigas is toen nog voornamelijk een handelscentrum waar de bewoners van de aanpalende bergdorpen hun eigen producten komen slijten en hun inkopen doen. Hij komt er in contact met Cesario Hernandez, een zuivelhandelaar die zijn kaas betrekt uit een klein dorp met de naam Piedra Parada en die de amethist onmiddellijk herkent als zijnde van daar afkomstig. Het dorp ligt op zo’n 15 km ten noorden van Las Vigas, volop in de uitlopers van de Sierra Madre Del Este en is enkel bereikbaar buiten het regenseizoen, via een smal bergpad, ofwel te voet ofwel per muilezel - een trip van vier, respectievelijk acht uren. Alfonso’s interesse is onmiddellijk gewekt en aanvankelijk koopt hij de amethist via Hernandez, maar het duurt niet lang vooraleer hij zelf op verkenning trekt naar Piedra Parada. Daar ziet hij hoe de bergbewoners aan hun amethist komen, enkele kilometer buiten het dorp, op een hoogte tussen 2000 en 3000 meter, tussen een wirwar van bergruggen en diepe kloven en dalen. De exploitatie verloopt uitermate primitief en nagenoeg volledig manueel. Daarbij worden witte kwartsaders gevolgd – goed vergelijkbaar met alpiene spleten - die soms leiden naar holtes in het gesteente waarin met wat geluk de begeerde kristallen te vinden zijn. De daarbij gegraven tunnels zijn zo smal dat je er enkel achteruit terug uit kunt. Er wordt gegraven totdat de meegenomen kaarsen vanwege zuurstofgebrek beginnen uit te doven – dan is het tijd om een andere tunnel te graven. De holtes – van enkele liter tot een gemiddelde doorsnede van 30 cm - zijn doorgaans niet erg groot: geodes waarin twee kristalzoekers tegelijk kunnen werken zijn zeer uitzonderlijk.

Het duurt niet lang voordat de Ontiveros clan alle handel in amethist in eigen handen neemt. Eerst gaan ze zelf inkopen in Piedra Parada maar al snel laten ze de koopwaar in Las Vigas afleveren. Een van de broers – Manuel – heeft een mineralenhandel opgezet in El Paso en zo is de toegang tot de Amerikaanse markt verzekerd. Er wordt aan de amethist goed verdiend en de bergbewoners delen mee: een gelukstreffer kan een geode opleveren die duizenden dollars opbrengt terwijl het gemiddeld dagloon in de lokale veeteelt en landbouw (voornamelijk maïs en … papavers!) nauwelijks drie dollar bedraagt. Teneinde concurrenten te misleiden wordt op de eerste labels enkel “Mexico” of “Veracruz” (een staat bijna tweeënhalf maal zo groot als België!) vermeld – later wordt dat schoorvoetend gepreciseerd tot “Las Vigas”.

In 1981 komt de Amerikaanse mineralen- en edelsteenhandelaar Steve Green op de proppen. Ondertussen is het Ontiveros monopolie op amethist in Las Vigas aan het afkalven en verdeeld over enkele lokale families. Green klopt regelmatig bij hen aan en slaagt erin enkele zeer goede loten op de kop te tikken zodat hij stilaan naam begint te maken in zijn thuisland. In 1983 laat iemand hem enkele kristallen zien van het in de regio Piedra Parada nieuw ontdekte andradiet var. demantoiet. In die tijd is dat in de VS een veelgevraagde en peperdure edelsteen doordat de meeste bronnen daarvan binnen het toen zo goed als ontoegankelijke Sovjetblok liggen. Hij vermoedt dat hier fortuin te maken is en uitgerust met een dieselboor en de nodige springstof trekt hij samen met zijn vriend Chris Boyd richting Terra Fria (“het koude land”) rond Piedra Parada. Onderweg ziet hij hoe de amethist nog steeds op een uiterst primitieve manier gewonnen wordt en links en rechts helpt hij de zoekers met zijn professioneel materiaal – wat hem veel goodwill en persoonlijke contacten oplevert. Eens terug in Las Vigas gebruikt hij die om volop amethist in te kopen. Zo kan hij volop meesurfen op de metafysische gekte tussen 1986 en 1989, wanneer een enorme wereldwijde vraag ontstaat naar het wonderlijke amethist dat tegen zowat alle kwalen kan worden ingezet. Daarbij doet kwaliteit er niet zozeer toe: je kan zowat alles aan de man brengen aan ongelooflijke prijzen, zolang het er maar een beetje violet en kristallijn uitziet.

Rond 1989 is de hype echter over en van dan af gaat het met de amethistwinning rond Piedra Parada alleen nog maar bergafwaarts. De meeste gravers – overtuigd dat ze door hun tussenpersonen worden belazerd - willen ondertussen zelf in Las Vigas verkopen en ze vragen daarbij exorbitante prijzen. Ondertussen is het kopend publiek terug ingekrompen tot een beperkt aantal verzamelaars en die eisen nu een kwaliteit die nog slechts occasioneel gevonden wordt – inferieur materiaal is gewoon onverkoopbaar geworden. Bovendien begint ook de Mexicaanse overheid roet in het eten te gooien: veel ontginningen worden clandestien op overheidsgrond uitgebaat en dat wordt niet langer getolereerd. Springstof en ontstekers zijn nagenoeg niet meer op legale manier te verkrijgen. Criminaliteit en omkoperij vieren overal hoogtij en het leger is alomtegenwoordig, steeds op zoek naar drugs. Er worden nog slechts sporadisch grote vondsten gedaan, zoals een reuzengeode van 15 meter lang in 2003 en een reeks pockets met epidoot in 2005. In 2008 verwerft een Canadese goudmaatschappij de prospectierechten over grote stukken land en die zijn niet zo op verzamelaars gesteld. Ondertussen is er een verharde weg aangelegd tussen Las Vigas en Piedra Parada, dat nu zelf het centrum voor de handel in amethist is geworden. Als resultaat van dat alles is goede kwaliteitsamethist van Piedra Parada over de laatste decennia vrij schaars geworden: het is nooit helemaal weg geweest, maar het aanbod is beperkt – en daar is voorlopig geen kentering in te verwachten.

Amethist van Piedra Parada komt voor als vrij eenvoudige en relatief vlakkenarme kristallen: een langgerekt hexagonaal prisma, één- of tweezijdig beëindigd met één of twee romboëder(s). Prismavlakken zijn typisch horizontaal gestreept, als het resultaat van een constant alternerende prismatische en romboëdrische groei. Meestal worden in de handel losse kristallen of groepjes daarvan aangeboden: specimens op een matrix van grijs, sterk verweerd andesiet zijn relatief zeldzaam. De kristalafmetingen zijn meestal beperkt tot zo’n drie centimeter, maar uitzonderlijk wordt tien centimeter bereikt. Het specimen van foto 3 uit de verzameling van Paul Tambuyser kan met zijn 9,8 centimeter óp matrix dan ook behoorlijk zeldzaam genoemd worden.


Foto 3: specimen en foto Paul Tambuyser


De dauphine habitus (niet te verwarren met dauphine tweelingen!) komt hier frequent voor: daarbij is één van de terminale romboëdervlakken (blauw in figuur 1) sterk dominant ontwikkeld.

 
Figuur 1: dauphine habitus
 
Figuur 2: Muzo habitus


Ook de Muzo habitus komt vaak voor (figuur 2): door een voortdurend wisselen tussen prismatische en romboëdrische groei gaan de prismavlakken naar de top toe alternerend afnemen, respectievelijk toenemen – tot er maar drie meer waarneembar zijn. De originele zeszijdige doorsnede van het kristal evolueert zo naar een driehoek (rood in de figuur) zodat het kristal er van de top af bekeken trigonaal uitziet.

Zowel vaste als vloeibare Insluitsels komen frequent voor. Sceptervorming en fantomen worden occasioneel waargenomen terwijl Japanse tweelingen uitermate zeldzaam zijn. De violette kleur varieert van nauwelijks waarneembaar, uitermate licht tot zeer diep – dikwijls met een blauwe overtoon. Kristallen zijn vaak ontwikkeld op een basis van troebele melkkwarts, met een ondoorzichtige kleurloze voet die naar de top toe opklaart tot volledig helder om dan tenslotte in het typische violet over te gaan. De kleur zet zich daarbij door tot aan de top en de buitenste zones van het prisma: “kleurkernen” doen zich hier niet voor.

Mexicaanse amethist kennen we ook uit Amatitlan in de staat Guerrero aan de Stille Oceaan - net als die uit Piedra Parada een marktintroductie van de Ontiveros familie. Beide variëteiten worden op de markt nogal eens dooreen gehaald maar doorgaans is het onderscheid niet zo moeilijk te maken: Amatitlan materiaal heeft doorgaans een meer roodachtige schijn, de kristallen zijn vlakkenrijker en robuuster en de kleur zet zich doorgaans niet tot de uiteinden door.

Het specimen van foto 1 (115 x 160 x 25 mm) is afkomstig uit de verzameling van Karel Bal. Het is een regelrecht spijkerbed van kleine slanke amethistnaaldjes tot 1 centimeter individueel, met een frêle violette kleur en een witte basis. De matrix wordt gevormd door kleine kristalletjes melkkwarts op andesiet. Een deel van de kristallen vertoont een pseudo-Muzo habitus (de alternerende, afnemende prismavlakjes zijn aan de top nog niet helemaal verdwenen).

Het specimen van foto 2 (200 x 155 x 60 mm) betrok ik van Art by Nature op de Luikse beurs in 2019. Diverse lichtviolette kristallen tot 4,5 centimeter - deels tweezijdig beëindigd - verdringen zich op een bed van kleinere kleurloze kwartskristallen: enkele daarvan vertonen een duidelijk dauphine habitus.

Voor wie in zijn verzameling nog geen mooi specimen Piedra Parada amethist mocht hebben: misschien kan je naar aanleiding van een volgende vakantie op het zonovergoten strand van Cancun zelf eens ter plaatse een kijkje gaan nemen. Van daar uit is het tot Las Vigas maar 1200 km in vogelvlucht (afhankelijk van welke weg de vogel neemt). Maar bedenk voor je vertrekt: de streek is niet geheel zonder gevaar. Een auteur omschreef het vrij recent nog als volgt: “The area is forbidding, with xenophobic inhabitants …. making their livings from opium growing and trafficking, and some incline to be murderous when outsiders appear, particularly when their turf (of whatever kind) is threatened”.

Kom achteraf niet klagen dat je niet verwittigd was!

Met dank aan Paul Tambuyser voor de VESTA kristaltekeningen en foto 3.

 
alfabetische index