Merkwaardige macro mineralen

een informatieve rubriek met handstukken uit de collectie van Raymond Dedeyne, door hemzelf becommentarieerd en door Theo Muller van foto’s voorzien  -  voor vragen of suggesties, email mmm@minerant.org
 

Grossulaar uit de Sierra de Cruces, Sierra Mojada Municipality, Coahuila, Mexico




Foto 1



Foto 2



Foto 2- detail



Foto 3


Zowel mineralogie als kristallografie vallen onder de noemer “exacte wetenschappen”, maar dat betekent daarom nog niet dat je er op elke vraag een éénduidig antwoord zult krijgen. Integendeel: wie mineralen verzamelt leert beter omgaan met onzekerheden – anders wachten hem/haar veel ontgoochelingen.

Neem bijvoorbeeld een vrij klassiek en welbekend mineraal als grossulaar, een Ca/Al lid van de granatenfamilie. De eerstbeschrijving door Werner werd gepubliceerd op pagina 479 van Hoffman’s “Handbuch der Mineralogie” (Freyberg, 1811)(zie figuur 1). De naamgeving was gebaseerd op de gelijkenis van zowel de vorm als de kleur met de langwerpige vruchten van de Ribes grossularia, beter bekend als kruisbes, stekelbes, “stekebees” en een dorp hiervandaan zelfs “knoesels”. Erg eenduidig is dat alvast niet, want die bessenkleur varieert van groen over geel naar rood – al naar gelang de variëteit en de staat van rijpheid. Verder in de tekst wordt dat echter wel verduidelijkt: er wordt “Spargelgrün” (aspergegroen) bedoeld, met soms een neiging naar “Berggrün” (malachietgroen).


Figuur 1


Op pagina 481 van hetzelfde werk (zie figuur 2) gaat Werner terug de mist in, wanneer hij stelt dat de typevindplaats zich bevindt in “Kamtschatka in der Nähe des Wiluiflusses”. De typevindplaats van grossulaar ligt inderdaad in het bekken van de Wilui rivier, maar als zijrivier van de Lena situeert die zich in Yakutia in Centraal Siberië, terwijl je voor het schiereiland Kamchatka helemaal naar het verre oosten van Siberië moet: een “kleine” vergissing van enkele duizenden kilometers dus


Figuur 2


Maar zelfs in meer recente tijden is de geschiedenis van grossulaar, meer bepaald die van de Sierra de Cruces (verkeerdelijk ook wel de la Cruz of de las Cruces) met onzekerheden doorweven. Over de originele ontdekking vind je in de literatuur twee uiteenlopende versies. Een daarvan is die op Mindat, van Rock Currier (zaliger) in 2010, aangepast door Peter Megaw in 2019: volgens hen was de mineralenhandelaar George Burnham uit Monrovia, California daarvoor verantwoordelijk. In de vijftiger jaren komt Burnham tijdens het verzamelen in Mapimi in contact met een vertegenwoordiger van Peñoles, de eigenaars van de mijn. Die vertelt hem over roze granaten die zouden gevonden zijn in een andere (onbenoemde) mijn van de Peñoles groep. Burnham gaat zelf ter plaatse poolshoogte nemen en treft in het mijnbureel inderdaad enkele heel interessante roze kristallen aan maar die blijken toe te behoren aan een mijnwerker die ze zelf betrok van een familielid die eigenaar is van een farm in de omgeving van de Sierra de Cruces in de staat Coahuila. Zonder verwijl wordt een expeditie op touw gezet en ter plaatse stelt Burnham vast dat de gezochte granaten er daadwerkelijk overvloedig voorkomen.

Daarnaast is er ook de versie in Mineralogical Record 34 (2003), N° 6, p73 van V W Lueth en R Jones en in “Minerals of Mexico”, p111. Volgens die bronnen ontdekt in 1974 een Mexicaanse rancher in de Sierra de Cruces een opvallend rood kristal. Hij laat dat aan een kennis zien en die herkent daarin grossulaar. De rancher roept de hulp in van Benny J Fenn, een bekende mineralenzoeker en –handelaar die we reeds eerder ontmoetten in de MMM over smithsoniet uit de Refugio Mijn in Choix (zie https://www.minerant.org/MMM/S/smithsoniet-Refugio%20Mijn.html) – en samen bakenen ze een claim af.

Welke van de twee versies correct is valt moeilijk uit te maken, maar het feit dat roze grossulaar al op de markt was “lang voor de zestiger jaren” pleit eerder voor het verhaal van Burnham. Voorts is het niet onmogelijk dat de versie met Fenn over een nabijgelegen locatie of over een herontdekking van de originele locatie gaat.

Maar daarmee is de kous nog niet af: ook omtrent de vindplaats heerste aanvankelijk onzekerheid. Currier zet zijn verhaal verder en vertelt hoe Burnham na zijn ontdekking opzettelijk een valse locatie de wereld instuurt. Hij beseft dat hij hier “hot stuff” heeft gevonden waarop hordes verzamelaars zullen afkomen en om zijn eigen economische belangen te verdedigen, én om te vermijden dat er problemen zouden ontstaan met de farmer-eigenaar die niet zo op verzamelaars gesteld is, lanceert hij “Lake Jaco, Chihuahua”: een uitgestrekt droog meer zowat 20 km ten Westen van de Sierra de Cruces, net over de grens tussen de staten Coahuila en Chihuahua, dat je vanaf de eigenlijke vindplaats kunt zien. Naderhand werd dat gecorrigeerd, maar zelfs nu vind je nog altijd sporadisch labels “Lake Jaco, Chihuahua” (waar overigens nooit granaten gevonden zijn).

De échte vindplaats bevindt zich op zowat 1 km bezuiden de Sierra de Cruces ranch, zowat 150 km ten zuiden van de Texaans-Mexicaanse grens en 250 km OZO van de stad Chihuahua. Het is een woeste, dorre bergstreek – het absolute niets. De grossulaar kristallen komen er verspreid voor, zowel individueel als in groepjes, ingebed in calciet- of kwartsontsluitingen. Vele zijn in situ gebroken en waar dat niet het geval is fragmenteren ze gemakkelijk tijdens het prepareren uit de matrix – volledige en ongeschonden kristallen zijn dan ook relatief zeldzaam. Wat ze onderscheidt van grossulaarkristallen van andere vindplaatsen zijn vooral de habitus en de kleur. Ze komen haast onveranderlijk voor als nagenoeg perfecte dodecaëders (zie figuur 3 – vergelijk met foto 3), die zo uit een leerboek over meetkunde of kristallografie gelicht zijn. De grootte varieert tussen enkele millimeter en 2,5 cm.


Figuur 3


De kleur varieert van kleurloos tot groenig, naar bijna zwart, over tinten van roze en rood: het zijn vooral deze laatste die de grossulaar [Ca3Al2(SiO4)3 ] van de Sierra de Cruces zo uniek en gezocht maken. De kristallen vertonen dikwijls een uitgesproken kleurzonering. De donkere kernen bevatten nogal wat ijzer en titanium en neigen daardoor naar andradiet [Ca3Fe2(SiO4)3] en zijn variëteit melaniet [Ca3(Fe,Ti)2(SiO4)3]. Weg van de kern doet zich een abrupte verandering voor naar roze/rood die wordt toegeschreven aan de aanwezigheid van Mn3+ - een ongewoon maar sterk kleurend ion dat tot 10% van het totale mangaangehalte (zelf tussen 1,0 en 1,6 %) kan uitmaken. Volledigheidshalve: dezelfde vindplaats is ook nog bekend voor haar vrij grote (tot verschillende cm), euhedrische, mosterdgele vesuvianiet kristallen.

De specimens van de foto’s geven een goed beeld van de kleurvariaties bij grossulaar van de Sierra de Cruces: van geelbruin (foto 3, rechts – 50x45x45 mm) over lichtroze (foto 2 – 100x85x50 mm) en donkerroze (foto 3, links – 29x26x31 mm) naar uitgesproken rood (foto 1 – 100x65x45 mm). Foto 3 illustreert ook de graad van perfectie die de kristalhabitus hier frequent bereikt. Ik kocht de specimens op verschillende tijdstippen tussen 1999 en 2010 en toch waren drie ervan (van dezelfde verkoper) nog altijd verkeerd gelabeld met “Lake Jaco, Coahuila” (een dubbele fout: Lake Jaco is verkeerd en ligt zelfs niet eens in de staat Coahuila!). De kans is groot dat de nochtans gereputeerde verkoper deze MMM leest – desgevallend: hoog tijd om je labels nog eens te verifiëren! Er is echter maar eentje (dat van foto 1) dat noemenswaardig (bloedrood) fluoresceert, en dan zelfs alleen maar onder MW/UV.

Grossulaar van de Sierra de Cruces is een zeer verzamelwaardig mineraal, met een typische eigen habitus en kleur – kijk vooral uit naar de frambozenrode (raspberry red) exemplaren. De laatste grote vondst was die van Dennis Beals in 2012. Het is niet echt duur maar het is alweer een tijdje geleden dat ik het nog eens op een beurs heb aangeboden gezien. Ik ben er nochtans van overtuigd dat er nog meer dan voldoende in de magazijnen van mineralenhandelaars opgeslagen is en bij uitbreiding ook nog in de bodem van de Sierra de Cruces, waar ze helemaal niet zeldzaam zijn.

En nu maar hopen dat ik met deze bijdrage niet heb bijgedragen tot nog méér confusie rond dit mineraal …

Met dank aan Paul Tambuyser voor de VESTA-kristaltekening

 
alfabetische index