Merkwaardige macro mineralen

een informatieve rubriek met handstukken uit de collectie van Raymond Dedeyne, door hemzelf becommentarieerd en door Theo Muller van foto’s voorzien  -  voor vragen of suggesties, email mmm@minerant.org
 

FLUORIET

Mahodari, Sinnar, Nashik district , Maharashtra, India

Image
Foto 1

Image
Foto 1 - detail

Image
Foto 2

Image
Foto 3

Image
Foto 4



De Indische Deccan Traps hebben bij mineralenverzamelaars een naam die klinkt als een klok. Zoals reeds vroeger aangehaald in de MMM over bariet uit Chalisgaon is die faam echter vooral gebaseerd op een indrukwekkend aantal kleur- en vormencombinaties van het eerder beperkt aantal mineralenspecies dat er voorkomt. Op de keper beschouwd is de regio relatief mineralenarm, tenminste wanneer het enkel op soorten aankomt. Zelfs elders frequent voorkomende mineralen zoals bariet en fluoriet zijn er zeldzaam. Het laatste werd er pas ontdekt in 1998, pakweg 3 tot 4 decades nadat de vloedgolf aan Deccan zeolieten en andere silicaten op de mineralenverzamelende goegemeente werd losgelaten. Toen werd in een relatief kleine basaltgroeve een ongewoon nieuwe bolvormige substantie opgemerkt, zonder enig zichtbaar kristal- of splijtvlak of andere aanwijzing die tot een snelle determinatie kon leiden. Pas na verdere instrumentele analyse bleek dat het hier om botryoïdale fluoriet ging – een wel zeer zeldzame vorm van dit anders zo courante mineraal.

De groeve in kwestie ligt in de nabijheid van Nashik, een stad van anderhalf miljoen inwoners in het noordwesten van de Indische staat Maharashtra. Toen het daar in de tachtiger jaren verboden werd om steengroeves uit te baten binnen de stadslimieten moest naar een nieuw alternatief voor de aanlevering van basalt uitgezien worden, en dat werd gevonden in een reeks heuvels met de naam Mahodari, zowat 15 km naar het zuidoosten langs de weg van Nashik naar Puna, op het grondgebied van de stad Sinnar, nabij het dorp Malegoan. Daar werden in korte tijd niet minder dan acht groeven opgestart, waarvan er in 2011 nog vier actief werden uitgebaat. Die groeven werden gekenmerkt door het veelvuldig voorkomen van holtes met kleurloze fluorapophylliet en roze tot oranje stilbiet. In slechts één daarvan – het relatief nieuwe Mohu complex - werd de bolvormige fluoriet aangetroffen.

De fluoriet komt er voor als (halve tot afgeplatte) sferen (nogal eens aangeduid met de term “spiegeleieren”) tot 5 cm diameter met diverse kleuren: wit over geel tot bruingeel, oranje tot rood en groen (het zeldzaamste). Occasioneel duiken op beurzen ook violette exemplaren op maar die dienen met de nodige argwaan te worden bekeken: Indiërs – maar in onderhavig geval ook Chinezen – zijn zeer bedreven in het “artisanaal” verven van mineralen in de meest fantastische maar al even onnatuurlijke kleuren! De witte tot bruine tinten komen doorgaans voor op specimens die op grotere diepte in de basaltmassa gevonden zijn – occasioneel komen daarbij ook zeer kleine maar intacte hematietsfeertjes (van het type glaskop) voor. De rode tinten daarentegen, vaak begeleid door hematiet in een meer verweerde toestand, worden geassocieerd met een ondiepere oorsprong. Dat leidde tot de veronderstelling dat de rode kleur te wijten zou zijn aan microscopisch kleine hematiet insluitsels - hematiet op grotere diepte kon daarvoor onvoldoende worden aangetast.

De buitenkant van de sferen ziet er enigszins pokdalig uit, als de schil van een sinaasappel. Ze zijn botryoïdaal opgebouwd. Sommige laten op hun breukvlakken zeer fijne naaldvormige kristalletjes zien die onderling in langsrichting vergroeid zijn - andere vertonen een op zicht nagenoeg conchoïdale (schelpvormige) breuk, wat wijst op een cryptokristallijne opbouw. De matrix bestaat uit kwarts, calciet of beide – in het laatste geval wordt steeds de afzettingssequentie fluoriet na calciet na kwarts aangehouden.

Fluor is in de Deccan Traps niet bepaald een zeldzaam element: de gemiddelde concentratie in het lokale fluorapophylliet bedraagt 2,5%. In het Mohu groevecomplex is het tevens verantwoordelijk voor de vorming van fluoriet, maar waar dat zo is wordt het dan ook volledig daarvoor verbruikt: in holtes waarin fluoriet voorkomt wordt slechts bij zeer hoge uitzondering ook nog eens fluorapophyliet gevonden.

Mijn eerste exemplaar botryoïdale fluoriet van Mahodari (foto 1 – 150 x 100 x 35 mm) kocht ik in 2008 op de beurs van Luik bij het Indische Spark Minerals: een verzameling rode (hemi)sfeertjes van zowat een centimeter diameter elk, verdeeld over een matrix die volledig uit minuscule kwartskristalletjes is opgebouwd. Uit de detailfoto blijkt hoe daar later ook nog eens een tweede generatie kwartskristalletjes overheen is gegroeid.

Voor ik nog eens drie verdere exemplaren aan mijn verzameling kon toevoegen bleef het echter wachten tot 2011 (blijkbaar een goed jaar voor Deccan fluoriet). Ik vond ze alle op de beurs van Sainte-Marie, bij diverse Indische verkopers waarvan ik je de naam bespaar want meestal keren ze het volgend jaar niet meer terug of wijzigen ze hun firmanaam. Het exemplaar van foto 2 (150 x 90 x 45 mm) is opgebouwd uit crèmewitte halfsfeertjes tot 2 cm diameter op een bed van kwarts microkristalletjes. Op eentje daarvan (linksboven) is achteraf nog een kwartsclustertje in tweede generatie opgebouwd. Foto 3 illustreert een specimen (110 x 95 x 75 mm) waarbij geelbruine tot witgekleurde fluoriet is afgezet op de ribben van een groot calcietkristal als een aaneenschakeling van kleine ronde kogeltjes met een diameter tot 5 mm elk: godvrezende lezers kunnen hier – geheel naar eigen inzicht - de vorm van een paternoster (of rozenkrans) in herkennen. Linksonder op de foto kun je nog een grotere, geïsoleerde geelachtige fluorietkogel opmerken. Het calcietkristal zelf zit daarbij weer ingebed in een matrix van melkwitte kwartskristalletjes. Foto 4 tenslotte laat een deel van een uitgeprepareerde kwartsgeode zien (110 x 100 x 100 mm – de originele geode moet een inwendige diameter hebben gehad van pakweg 12 cm) waarbij oranjerode fluorietbolletjes tot 7 mm doormeter willekeurig ingeplant zijn op een cluster calcietkristallen die zelf op de kwartsmatrix is ontwikkeld.

Botryoïdale fluoriet van Mahodari is vanaf zijn verschijning op de markt een fel gezochte zeldzaamheid gebleven, en de prijzen ervan zijn navenant: goede specimens zijn zowel in trek bij Deccan- als fluorietverzamelaars, en dat zijn er nogal wat. Daarenboven is Mahodari zo goed als de enige vindplaats voor dergelijk materiaal in de Deccan: daar vind je het enkel ook nog in de buurt van Ajanta, op 80 km ten zuiden van Jalgaon en meer dan 200 km noordoost van Nashik. Ook daar hebben zich fluorietbolletjes in diverse kleuren ontwikkeld in kwarts- of amethistgeodes, maar die zie je helaas bijna nooit te koop. Verder wordt fluoriet “in de buurt” ook nog gevonden in het Amba Dongar complex in de staat Gujarat, ten noordwesten van Maharashtra – dus buiten het gebied van de Deccan Traps: daar bevindt zich een mijn waar tot 1997 nog een geaccumuleerde 3 miljoen ton werd ontgonnen. Maar daar vind je enkel de traditionele kubusvormen die dan ook nog eens om de een of andere mysterieuze reden zelden of nooit op onze beurzen worden aangeboden.

De hier geïllustreerde specimens kon je toentertijd nog op de kop tikken voor pakweg 100 Euro het stuk, maar die prijzen zijn ondertussen wel behoorlijk geëscaleerd – gesteld dat je ze nog kunt vinden! Voor wie indertijd de fluoriettrein naar de Deccan heeft gemist: jammer, helaas pindakaas, désolé, dommage, too bad, bummer, tough luck, tut mir Leid, Schade, … – er zijn nog veel andere wijzen om het uit te drukken maar allemaal komen ze neer op “wachten tot de volgende (?) keer” (tenzij je een diepe portefeuille hebt).
 
alfabetische index