Merkwaardige macro mineralen

een informatieve rubriek met handstukken uit de collectie van Raymond Dedeyne, door hemzelf becommentarieerd en door Theo Muller van foto’s voorzien  -  voor vragen of suggesties, email mmm@minerant.org
 

BUKOVSKYIET

Kank, Kutná Hora, Tsjechië

Bukovskyiet uit Kank, Kutná Hora, Tsjechië

Moest er ooit een trofee worden uitgeloofd voor het lelijkste mineraal, dan zou bukovskyiet toch wel een ernstige kandidaat zijn – tenzij je aardachtige geelwitte knollen zonder het minste spoor van zichtbare kristallen het einde vindt…

Het is een vrij zeldzaam mineraal met als chemische formule Fe23+(AsO4)(SO4)(OH).9H2O en als type vindplaats Kank, nabij Kutná Hora in het Tsjechische Centraal Bohemen. Daar stond het al van oudsher wijd en zijd bekend als “clay of Kutná Hora”, die werd gebruikt als een efficiënt vergif tegen veldmuizen en ander ongedierte. Er werd lang geloofd dat het hier om arseniek (arseentrioxide – As2O3) ging, totdat Antonin Bukovský – een leraar aan de middelbare school in Kutná Hora – in 1901 aantoonde dat het een arsenaat was. Het zou echter nog tot 1967 duren eer het door de IMA werd erkend als nieuw en naar hem genoemd mineraal. Veel plezier heeft hij daar wel niet meer aan gehad: hij was toen al 17 jaar overleden.

Ooit was Kutná Hora zeer belangrijk voor zijn zilverwinning – in de middeleeuwen was het samen met het Pruisische Freiberg zowat het belangrijkste mijnbouwgebied in Europa, en de stad wedijverde van de dertiende tot de zestiende eeuw met Praag op zowel politiek, cultureel als economisch gebied. De mijnactiviteit is er gedocumenteerd vanaf de eerste helft van de jaren 1300, maar er zijn aanwijzingen dat er zelfs op het einde van de tiende eeuw al zilver werd gedolven, dat werd aangewend voor het slaan van munten. In de dertiende eeuw ontstond er een zodanige influx van mijnwerkers en gelukszoekers dat die wel eens met de Californische goldrush wordt vergeleken. Dit duurde tot het einde van de achttiende eeuw – toen de zilvervoorraad was uitgeput.

De mijnbouwactiviteit in Kank (een heuvel 3 km ten noorden van Kutná Hora) startte pas rond de veertiende eeuw: het zilver was hier vooral sulfidisch gebonden en dat gaf aanvankelijk moeilijkheden bij het zuiveren van het metaal. Op het einde van de vijftiende eeuw waren echter ook hier al 15 grote mijnen in bedrijf – in de tweede helft van de zestiende eeuw met meer dan duizend mijnwerkers actief. Voor een efficiënte zilverwinning moesten er grote hoeveelheden onbruikbare arsenopyriet en pyriet geruimd worden, en die werden op grote storthopen gegooid. Onder de heersende weersomstandigheden gingen die tijdens de daaropvolgende eeuwen ontbinden: dit leverde zowel het arsenaat als het sulfaat voor het ontstaan van een hele resem verweringsproducten, zoals scorodiet, parascorodiet, pitticiet, kankiet, zykaiet en … bukovskyiet.

Het specimen op de foto meet 110 op 70 op 65 mm – ik kocht het op de beurs van Luik in 2004 uit de verzameling van Paul Tambuyser. Het is een vaag sferische witgele aardachtige knol van zowat 400 gram die bestaat uit nagenoeg massieve bukovskyiet, afkomstig uit de typevindplaats Kank. Daar kwamen massa’s voor met een diameter van meer dan een meter! Waar dergelijke handstukken vroeger frequent in verzamelingen voorkwamen zijn ze de dag van vandaag eerder zeldzaam geworden: vermoedelijk zijn zowel het gebrek aan seks appeal als de giftigheid (zie verder) hier de oorzaak van. Bukovskyiet is wel degelijk kristallijn: het hoort thuis in het trikliene stelsel, pinacoïdale klasse – maar de kristallen zijn uitermate klein. Op mijn specimen zijn ze met het blote oog alvast niet te onderkennen.
Bukovskyiet is – net als de meeste andere arsenaten - een zeer toxisch materiaal. Als vergif moet het niet onderdoen voor het beruchte arseniek (arseentrioxide, ook bekend als rattenkruid): zijn LD (Lethale Dosis) moet zowat rond de 500 mg liggen voor een volwassene. Ter vergelijking: een klontje van onze harde Tiense suiker weegt 4,250 gram – eenzelfde hoeveelheid bukovskyiet volstaat dus om een tiental volwassenen te vergiftigen. Of nog anders gesteld: met de knol op de foto zou je zowat 800 mensen om het hoekje kunnen helpen! Het spreekt vanzelf dat dergelijke mineralen met de nodige omzichtigheid moeten worden behandeld, en dat ze onder geen beding in de handen van kinderen thuishoren. Arsenaten werden vroeger veel gebruikt als herbicide, insecticide en germicide: zo werd in 1942 wereldwijd nog 38,000 ton calciumarsenaat geproduceerd – o.a. als bestrijdingsmiddel tegen de coloradokever. Vanwege zijn giftigheid werd het uiteindelijk vervangen door … DDT - of hoe je van de regen in de drop komt.

Het zal ondertussen zo al wel duidelijk zijn dat bukovskyiet specimens geen schoonheden zijn: hun MMM predicaat is hier geenszins een afkorting van Moeder’s Mooiste Mineraal (alhoewel Lavinsky – nooit verlegen om een superlatief - ze toch als “sculptural pieces” omschrijft). Maar zijn ze niet mooi, ze zijn tenminste toch typisch.
 
alfabetische index