Merkwaardige macro mineralen

een informatieve rubriek met handstukken uit de collectie van Raymond Dedeyne, door hemzelf becommentarieerd en door Theo Muller van foto’s voorzien  -  voor vragen of suggesties, email mmm@minerant.org
 

BARIET

bariet, Chalisgaon, Jalgaon, Maharashtra, Indië





De Deccan Traps in India mogen nu wel heel veel prachtspecimens hebben geleverd, op de keper beschouwd is de diversiteit aan mineralen er eerder aan de magere kant: een (weliswaar indrukwekkend) stel zeolieten, wat andere silicaten, kwarts, calciet en dan heb je het wel grotendeels gehad. Zelfs een doorgaans vrij veel voorkomend mineraal als bariet is er heel zeldzaam: een autoriteit als Ottens (ref 1) houdt het in 2011 maar op één enkele vindplaats, waar het dan nog maar zeer sporadisch voorkomt: nabij het stadje Chalisgaon, tussen de steden Aurangabad en Dhule in het zuiden van het district Jalgaon (MinDat houdt het op het Aurangabad district maar dat is topologisch verkeerd).

Groot was dan ook mijn verrassing toen ik op de beurs van Sainte Marie 2017 aan de Indische stand van Spark Minerals op woensdagmorgen in alle vroegte (het beste moment om er goede zaken te doen) plots oog in oog stond met welgeteld één barietexemplaar van zo’n royale 80 op 85 op 20 mm. Ik pikte het onmiddellijk op, want net achter mij had ik Berthold Ottens himself – zelf ook altijd op jacht naar het ultieme specimen - zien opduiken. Bij nadere inspectie bleek het te gaan om een euhedrisch, tafelvormig, waterhelder tot wit, doorschijnend kristal (zie foto’s van zowel de voor- als de achterkant – je maakt zelf maar uit wát juist wát is: doet er toch niet toe). Ook de locatie klopte: Chalisgaon, Jalgaon, Maharashtra, India. Nu moet ik eerlijk toegeven: dit was noch het mooiste, noch het grootste barietkristal dat ik ooit had gezien, en op zich kon het van zowat eender waar afkomstig zijn - ware het niet dat het specimen in kwestie een onvervalste signatuur droeg: nabij het vroegere aanhechtingspunt zat nog een klein groepje witte puntgave stilbietkristalletjes van elk ongeveer 1 cm! Met een dergelijke stamboom was geen twijfel meer mogelijk: this was the real McCoy, regelrecht uit de Deccan! Ondertussen voelde ik Berthold’s adem al duidelijk in mijn nek: het was dus zaak dit stuk niet meer los te laten en de anders vrij langdurige prijsnegotiaties voor één keer zo zakelijk en kort mogelijk te houden. Na het afrekenen gaf Bert ruiterlijk (maar met een toch ietwat zuur lachje) toe dat ik hem te vlug af was geweest (maar het jaar daarop nam hij mij op analoge manier te grazen met een specimen apofylliet uit Huanggang: some you win, some you lose).

Langs de financiële kant vallen dergelijke specimens ergens in de middenmoot. Enerzijds betaal je wel extra voor de zeldzaamheid, maar anderzijds is het aantal gegadigden voor dergelijk materiaal (dat bovendien ook nog eens van een middelmatige kwaliteit is) dan ook weer niet zo bijster groot.

Ref 1: Berthold Ottens “Indien: Mineralien, Fundorte, Lagerstätten” pp 186 en 284
 
alfabetische index